NL1012337C2 - Persoonlijk elektronisch apparaat, alsmede een folievel. - Google Patents

Description

Persoonlijke elektronisch apparaat, alsmede een folievel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een persoonlijk elektronisch apparaat omvattende een handzame behuizing met één of meer functionele delen en één of meer 5 niet-functionele delen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een folievel, bestemd om te worden aangebracht op voomoemd apparaat.

Persoonlijke elektronische apparaten zoals bijvoorbeeld draadloze en mobiele telefoons, draadloze afstandsbedieningen, elektronische agenda’s en organisatiesystemen, vinden 10 tegenwoordig gretig aftrek en zijn in veel gevallen een onafscheidelijke metgezel van de gebruiker. Door technische, functionele en ergonomische eisen die aan dergelijke apparatuur worden gesteld, verschillen de verschillende apparaten slechts weinig van elkaar. Bovendien is het aantal modellen per soort van apparaat betrekkelijk gering. In een situatie waarbij vrijwel iedereen een dergelijk apparaat dagelijks bij zich draagt, is 15 de kans op verwarring dan ook niet denkbeeldig. Het zou daarom wenselijk zijn dat de apparatuur onderling meer onderscheid vertoonde, doch dit stuit bij de bekende apparatuur vaak op technische en commerciële bezwaren. Een behoefte aan onderscheid tussen de apparatuur van de gebruikers onderling bestaat ook uit oogpunt van een onderstreping van het persoonlijke karakter van de betreffende apparatuur.

20

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd te voorzien in middelen die aan deze behoefte tegemoet komen.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een persoonlijk elektronisch apparaat volgens de 25 uitvinding als kenmerk dat de niet-functionele delen hiervan althans gedeeltelijk zijn bedekt door een laag met een onderscheidend uiterlijk.

Doordat een laag met een onderscheidend uiterlijk op het persoonlijke elektronische apparaat is aangebracht, kan een individu het aan hem of haar toebehorende apparaat 30 gemakkelijk onderscheiden zodat verwarringsgevaar aanmerkelijk gereduceerd wordt.

Bovendien biedt dit de mogelijkheid om het uiterlijk van het apparaat te vernieuwen zonder tot de aanschaf van een volledig nieuw of deel van een apparaat te hoeven overgaan.

101 2337 , NL991095.oct.wpd -2-

Met de niet-functionele delen van de behuizing worden die delen van de behuizing bedoeld die bij de bediening van het apparaat geen directe functie hebben. Delen van de behuizing die bij de bediening van het apparaat wel een directe functie hebben zijn bijvoorbeeld de bedieningselementen, uitleesvensters en in- en uitgangsopeningen.

5

Een op het apparaat aangebrachte laag kan op velerlei manieren onderscheidend zijn. Zo kan de laag een materiaal omvatten dat als zodanig een onderscheidend karakter heeft, zoals bijvoorbeeld spijkerstof, leer of (kunst)bont. In het bijzonder onderscheidt de laag zich in ui terlijk doordat deze voorzien is van kleur, tekens en/of afbeeldingen in of op 10 het oppervlak van de laag.

In principe komen allerlei denkbare afbeeldingen, patronen, kleurstellingen, tekens, foto’s enzovoorts in aanmerking om in of op de laag te worden aangebracht. Door een dergelijke verscheidenheid aan onderscheidende elementen wordt het verwarringsgevaar 15 aanmerkelijk gereduceerd.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een retro reflecterende, fosfor- en/of fluorescerende laag toegepast die al dan niet voorzien is van tekens en/of afbeeldingen. Door toepassing van een dergelijke laag is een persoonlijk apparaat tevens gemakkelijk 20 in een donkere omgeving te onderscheiden.

Hoewel de laag op verschillende manieren op het persoonlijke elektronische apparaat kan zijn aangebracht, heeft het de voorkeur dat de laag een zelfklevende folie omvat.

25 Hierbij is de niet klevende zijde van de folie voorzien van een onderscheidend uiterlijk. Door toepassing van een zelfklevende folie wordt een duurzame hechting hiervan met het apparaat bewerkstelligd.

Hoewel er een duurzame hechting bestaat tussen de folie en het apparaat, is de folie, 30 indien gewenst, ook weer eenvoudig verwijderbaar, zodat deze vervangen kan worden door een folie met een ander onderscheidend uiterlijk.

1 i \ 1 "*· h 7 -3-

In een bijzondere uitvoeringsvorm Iaat de op het apparaat aangebrachte laag bij verwijdering hiervan een identificatie op het apparaat achter.

Een dergelijke identificatie kan bijvoorbeeld een identificatienummer omvatten dat ten 5 gevolge van een chemische binding met het oppervlak van de behuizing hierop of hierin achterblijft. Door een dergelijke uitvoeringsvorm wordt de gevoeligheid voor diefstal beperkt.

In het bijzonder omvat de op het persoonlijke elektronische apparaat aangebrachte laag 10 ter plaatse van een functioneel deel van de behuizing een uitsparing.

Hierdoor worden de functionele delen van het apparaat vrijgehouden van een bedekkende laag. Functionele delen van het apparaat kunnen bijvoorbeeld bedieningselementen, uitleesvensters en andere functionele openingen omvatten.

15

Bij voorkeur is de behuizing van het apparaat ter plaatse van de niet-functionele delen aangepast om daarop de laag te ontvangen.

In het bijzonder zijn de niet-functionele delen van de behuizing aangepast door een 20 gladder oppervlak te vertonen.

Hierdoor wordt het aanbrengen van de laag aanmerkelijk vergemakkelijkt.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de niet-functionele delen van de behuizing 25 aangepast door enigszins te zijn verdiept.

Hierdoor wordt het te bedekken gedeelte nader gedefinieerd en kan tevens worden voorkomen dat de op het niet-functionele deel aangebrachte laag een verhoging vormt ten opzichte van het overige gedeelte van de behuizing.

30 1012337 -4-

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een folievel omvattende een schutvel waarop één of meer foliedelen zijn aangebracht, welke foliedelen bestemd zijn om te worden aangebracht op een persoonlijk elektronisch apparaat zoals beschreven in het bovenstaande, waarbij de foliedelen een buitenomtrek hebben die is afgestemd op 5 een buitenomtrek van respectievelijke niet-functionele delen van het apparaat.

In het geval van bijvoorbeeld een mobiele of draagbare telefoon kan een foliedeel zodanig gevormd zijn dat deze slechts de rug of achterzijde hiervan bekleedt. Een andere mogelijkheid is dat dit of een ander foliedeel tevens een gedeelte van de 10 voorzijde van het apparaat bekleedt. Gezien de verscheidenheid aan persoonlijke elektronische apparatuur zijn zeer veel verschillende uitvoeringsvormen van de vorm van de foliedelen mogelijk.

De foliedelen zijn met voordeel voorzien van kleur, tekens en/of afbeeldingen om een 15 onderscheidend karakter te bieden. Deze onderscheidende elementen kunnen zijn voorgedrukt op de foliedelen; een andere mogelijkheid is dat de foliedelen als zodanig watervaste inkten kunnen aannemen zodat, bijvoorbeeld met behulp van stiften, een individuele decoratie kan worden aangebracht.

20 In het bijzonder zijn de één of meer foliedelen zelfklevend.

Zoals in het bovenstaande reeds uiteen is gezet wordt hierdoor een duurzame hechting met het betreffende apparaat bewerkstelligd. Indien gewenst zijn de foliedelen echter ook weer eenvoudig te verwijderen zodat deze door andere foliedelen vervangen kunnen 25 worden.

Met voordeel zijn de foliedelen zodanig uitgevoerd dat bij het aanbrengen op een apparaat een identificatie op het apparaat wordt aangebracht, welke na verwijdering van de folie aanwezig blijft.

30 ' w i (j -5-

Door toepassing van dergelijke foliedelen wordt een onderscheidend karakter aan het betreffende apparaat verleend en wordt bovendien het apparaat gemerkt waardoor de gevoeligheid voor diefstal van het apparaat beperkt wordt.

5 Bij voorkeur worden de één of meer foliedelen ieder door snijlijnen begrensd.

Hierdoor kunnen de foliedelen op eenvoudige wijze van het schutvel worden afgenomen om vervolgens op het persoonlijke elektronische apparaat te worden aangebracht.

10 In een bijzondere uitvoeringsvorm is het folievel althans over een of meer van de foliedelen voorzien van een transferfolie.

Door toepassing van een transferfolie kan het aanbrengen van de één of meer foliedelen op het apparaat aanzienlijk worden vereenvoudigd. De transferfolie kan voorzien zijn 15 van positiemarkeringen; een andere mogelijkheid is dat door de omtrek van de tranferfolie wordt aangegeven op welke wijze de foliedelen op het apparaat moeten worden aangebracht. Een transferfolie wordt in het algemeen gekenmerkt doordat de kleefkracht tussen deze folie en de foliedelen kleiner is dan tussen de foliedelen en het oppervlak van het apparaat.

20

Met voordeel omvatten de één of meer foliedelen één of meer uitsparingen voor de functionele delen van het persoonlijke elektronische apparaat.

Daar bovengenoemde elementen van de apparaten doorgaans toegankelijk dienen te zijn 25 is het opportuun om juist deze delen vrij te houden van enigerlei bekleding.

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de bij gevoegde tekening, waarin: figuur 1 verschillende aanzichten van een draagbare telefoon toont, welke 30 voorzien is van een laag met een onderscheidend uiterlijk; 1012337 -6- figuur 2 verschillende aanzichten van een draagbare telefoon toont, welke voorzien is van een laag met een ander onderscheidend uiterlijk; en figuur 3 verschillende aanzichten van een draagbare telefoon toont, welke voorzien is van een laag met een volgend onderscheidend uiterlijk.

5

Hoewel de onderhavige uitvinding nader zal worden toegelicht aan de hand van een persoonlijk elektronisch apparaat in de vorm van een draagbare telefoon, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding hier geenszins toe is beperkt. Integendeel, onder de noemer persoonlijke elektronische apparaten kunnen nog vele andere apparaten of 10 hulpmiddelen vallen, zoals bijvoorbeeld elektronische agenda’s en organisatiesystemen.

In de figuren IA, 1B en 1C is een draagbare - mobiele - telefoon 1 getoond, waarvan de niet-functionele delen 2 in hoofdzaak bedekt zijn door een laag met een onderscheidend uiterlijk. Figuur IA toont een vooraanzicht van de telefoon, terwijl de figuren 1B en 1C 15 respectievelijk een achteraanzicht en een gedeeltelijk zij-aanzicht tonen. De niet- functionele delen zijn die delen van de behuizing die bij de bediening van het apparaat geen directe functie hebben. In het onderhavige geval zijn dat die delen anders dan het bedienings- of toetsenpaneel, het uitleesvenster en de spreek- en gehooropeningen. De laag omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een zelfklevende folie 4 die voorzien is van 20 een opdruk, gelijkende op de tekening van koeienvacht.

Doordat de telefoon, althans de niet-functionele delen van de behuizing hiervan, bedekt is met de folie met onderscheidend uiterlijk, wordt het voor de eigenaar van de telefoon gemakkelijk deze te herkennen. Daarnaast zorgt de folie voor een nieuw uiterlijk van het 25 apparaat, waardoor dit visueel aantrekkelijker wordt. In een mogelijke uitvoeringsvorm zijn de foliedelen zodanig uitgevoerd dat bij het aanbrengen op een apparaat een identificatie op het apparaat wordt aangebracht, welke na verwijdering van de folie aanwezig blijft. Hierdoor heeft de toepassing van de folie niet alleen bovengenoemde functie, doch draagt deze tevens bij aan het beperken van de diefstalgevoeligheid van 30 het apparaat.

01 233 ? -7-

Zoals in het bovenstaande reeds uiteen is gezet komen in principe alle denkbare afbeeldingen, patronen, kleurstellingen, tekens, foto’s enzovoorts in aanmerking als uiterlijk van de bedekkende laag of folie. In de figuren 2 en 3 zijn nog twee voorbeelden van afbeeldingen weergegeven.

5

De foliedelen die op de persoonlijke elektronische apparaten kunnen worden aangebracht worden bij voorkeur geleverd op een folievel, omvattende een schutvel waarop de foliedelen zijn aangebracht. De foliedelen kunnen hierbij door snijlijnen worden begrensd. Het zal duidelijk zijn dat voor de verschillende persoonlijke 10 elektrische apparaten of hulpmiddelen velerlei uitvoeringsvormen van de afzonderlijke foliedelen denkbaar zijn.

Het folievel kan voorzien zijn van een - niet in de figuur getoonde - transferfolie om het aanbrengen van de foliedelen op het apparaat te vergemakkelijken. De transferfolie kan 15 voorzien zijn van positiemarkeringen; een andere mogelijkheid is dat door de omtrek van de tranferfolie wordt aangegeven op welke wijze de foliedelen op het apparaat moeten worden aangebracht

Hoewel in het voorgaande voorbeeld een zelfklevende folie wordt toegepast als 20 bedekkende laag, kunnen binnen het bereik van de uitvinding ook andere type lagen worden toegepast. Zo kan de laag een materiaal met onderscheidend karakter, zoals bijvoorbeeld (kunst)bont, velours of leer, omvatten dat onder toepassing van een hechtingslaag op het persoonlijke elektronische apparaat wordt aangebracht.

25 1012337

Claims (14)

1. Persoonlijk elektronisch apparaat omvattende een handzame behuizing met één of meer functionele delen en één of meer niet-functionele delen, met het kenmerk dat de 5 niet-functionele delen althans gedeeltelijk zijn bedekt door een laag met een onderscheidend uiterlijk.

2. Persoonlijk elektronisch apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk de laag zich in uiterlijk onderscheid doordat deze voorzien is van kleur, tekens en/of 10 afbeeldingen in of op het oppervlak van de laag.

3. Persoonlijk elektronisch apparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de laag een zelfklevende folie omvat.

4. Persoonlijk elektronisch apparaat volgens conclusies 1-3, met het kenmerk dat de laag bij verwijdering van het apparaat een identificatie hierop achterlaat.

5. Persoonlijk elektronisch apparaat volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de laag ter plaatse van een functioneel deel van de 20 behuizing een uitsparing omvat.

6. Persoonlijk elektronisch apparaat volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de behuizing ter plaatse van de niet functionele delen is aangepast om daarop de laag te ontvangen. 25

7. Persoonlijk elektronisch apparaat volgens conclusie 6 met het kenmerk dat de niet functionele delen van de behuizing zijn aangepast door een gladder oppervlak te vertonen. ^ 0 s (f -9-

8. Persoonlijk elektronisch apparaat volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk dat de niet-functionele delen van de behuizing zijn aangepast door enigszins te zijn verdiept.

9. Folievel omvattende een schutvel waarop één of meer foliedelen zijn aangebracht, welke foliedelen bestemd zijn om te worden aangebracht op een persoonlijk elektronisch apparaat volgens één of meer van de conclusies 1-8, waarbij de foliedelen een buitenomtrek hebben die is afgestemd op een buitenomtrek van respectievelijke niet-functionele delen van het apparaat. 10

10. Folievel volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de één of meer foliedelen zelfklevend zijn.

11. Folievel volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk dat de foliedelen zodanig 15 zijn uitgevoerd dat bij het aanbrengen op een apparaat een identificatie op het apparaat wordt aangebracht, welke na verwijdering van de folie aanwezig blijft.

12. Folievel volgens één of meer van de conclusie 9 of 11 met het kenmerk dat één of meer foliedelen ieder door snijlijnen worden begrensd. 20

13. Folievel volgens één of meer van de conclusies 9-12, met het kenmerk dat deze over een of meer van de foliedelen voorzien is van een transferfolie.

14. Folievel volgens één of meer van de conclusies 9-13, met het kenmerk dat de 25 één of meer foliedelen één of meer uitsparingen omvatten voor de functionele delen van het persoonlijke elektronische apparaat. ^ i ii