NL1013271C2

NL1013271C2 - Sports attribute.

Info

Publication number: NL1013271C2
Application number: NL1013271A
Authority: NL
Inventors: Johannes Theodorus Jo Veldhuis
Original assignee: Interraps B V
Priority date: 1999-10-12
Filing date: 1999-10-12
Publication date: 2001-04-17
Also published as: AU1063801A; WO2001026755A1; KR20020070264A; NO20021746D0; JP2003511171A; NO20021746L; CA2387225A1; EP1224017A1

Description

Titel: SportattribuutTitle: Sports attribute

De onderhavige uitvinding betreft een sportattribuut uit de groep omvattende klapschaatsen en klapskeelers, welk sportattribuut is voorzien van een schoen en een rij- of glijmechanisme, zoals een schaatsijzer of een in een rij opgestelde set rolwielen.The present invention relates to a sports attribute from the group comprising clap skates and clap skates, which sports attribute is provided with a shoe and a driving or sliding mechanism, such as an ice skate or a set of roller wheels arranged in a row.

5 Dergelijke klapschaatsen of klapskeelers zijn bekend, waarbij de kantelas dwars, d.w.z. onder een hoek van 90°, is gelegen ten opzichte van het rij- of glij mechanisme, in het bijzonder het schaatsijzer of de in een rij opgestelde set rolwielen. Aldus zijn het rij- of glij mechanisme en de schoen in hoofdzaak in één vlak van en naar elkaar kantelbaar. Tijdens de afzet 10 door een gebruiker aan het einde van zijn schaatsslag kantelen rij- of glijmechanisme en schoen van elkaar weg waarbij het rij- of glijmechanisme in contact blijft met het ijs waarover wordt geschaatst of het wegdek, waarover wordt geskeelerd. Dit levert een meer natuurlijke, d.w.z. op lopen lijkende, beweging tijdens het doorlopen van de schaatsslag en in het 15 bijzonder aan het einde hiervan. Met deze meer natuurlijke beweging kan meer kracht worden gezet en kan een hogere snelheid worden ontwikkeld.Such clap skates or clap skates are known, the tilting axis being transverse, i.e. at an angle of 90 °, with respect to the driving or sliding mechanism, in particular the skating iron or the set of roller wheels arranged in a row. Thus, the driving or sliding mechanism and the shoe are tiltable substantially in one plane from and to each other. During push-off 10 by a user at the end of his skating stroke, the driving or sliding mechanism and shoe tilt away from each other, the driving or sliding mechanism remaining in contact with the ice being skated or the road being skated. This provides a more natural, i.e. walking-like, movement during the passing of the skating stroke and in particular at the end thereof. This more natural movement allows more force to be applied and a higher speed to be developed.

Met de onderhavige uitvinding is een verbetering van dergelijke sportattributen beoogd, waartoe een sportattribuut volgens de onderhavige uitvinding zich onderscheidt, doordat de kantelas schuin onder een van 90° 20 afwijkende hoek ten opzichte van de lengterichting van het rij- of glijmechanisme is geplaatst.The object of the present invention is an improvement of such sports attributes, which is distinguished by a sports attribute according to the present invention in that the tilting axis is placed obliquely at an angle deviating from 90 ° from the longitudinal direction of the driving or sliding mechanism.

Met een sportattribuut volgens de uitvinding is de met het rij- of glijmechanisme op het wegdek of het ijs over te brengen kracht verhoogd. Aan het einde van een schaatsslag, waar de afzet plaatsvindt, kantelen het 25 rij- of glijmechanisme en de schoen niet alleen van elkaar weg in één vlak, maar rolt de schoen over het schaatsijzer of de in een rij opgestelde set rolwielen naar een stand, waarbij een optimale afzetting mogelijk is. Het 1013271 2 been en de voet van een gebruiker benaderen hierbij nog meer qua onderlinge positionering normaal lopen, waarbij de voet in hogere mate naar de voortbewegingsrichting georiënteerd is.With a sports attribute according to the invention, the force to be transferred to the road or ice with the driving or sliding mechanism is increased. At the end of a skating stroke, where the push-off takes place, the driving or sliding mechanism and the shoe not only tilt away from each other in one plane, but the shoe rolls over the skate or the set of roller wheels arranged in a row, whereby optimal deposition is possible. The 1013271 2 leg and the foot of a user approach normal walking even more in terms of mutual positioning, the foot being more oriented towards the direction of movement.

Binnen het kader van de onderhavige uitvinding zijn diverse 5 uitvoeringsvormen mogelijk.Various embodiments are possible within the scope of the present invention.

Bij voorkeur komt de hoek overeen met de stand van het sportattribuut ten opzichte van een voortbewegingsrichting aan het einde van een schaatsslag. Hiermee is bewerkstelligd, dat een zo natuurgetrouw mogelijke stand van de voet van een gebruiker ten opzichte van zijn been 10 gehandhaafd blijft tijdens het afzetten, zodat een zo hoog mogelijke kracht op de ondergrond, te weten de ijsvloer of het wegdek, overgebracht kan worden.Preferably, the angle corresponds to the position of the sport attribute relative to a direction of movement at the end of a skating stroke. This ensures that the most natural position of a user's foot relative to his leg 10 is maintained during the push-off, so that the highest possible force can be transmitted to the ground, i.e. the ice floor or the road surface.

Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende hoeken mogelijk, waaronder de kantelas ten opzichte van de lengterichting van het 15 rij- of glijmechanisme is geplaatst. Voorkeursuitvoeringsvormen zijn die van de conclusie 3-6.Various angles are possible within the scope of the invention, under which the tilting axis is placed relative to the longitudinal direction of the driving or sliding mechanism. Preferred embodiments are those of claims 3-6.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de hoek, waaronder de kantelas is gelegen, instelbaar. Omdat de stijl van elke gebruiker, d.w.z. de manier waarop deze gebruiker de schaatsslag doorloopt, anders kan zijn en 20 derhalve de stand van het rij- of glijmechanisme aan het uiteinde van de schaatsslag ten opzichte van de voortbewegingsrichting kan variëren, is met de instelbaarheid van de kantelas ten opzichte van het rij- of glijmechanisme bereikt, dat een sportattribuut volgens de onderhavige uitvinding kan worden aangepast aan de stijl van de betreffende gebruiker. 25 Dit om het optimale resultaat te behalen voor iedere afzonderlijke gebruiker. Bij voorkeur is de hoek afhankelijk van voortbeweging door een bocht of rechtuit instelbaar. In een bocht wordt veelal, in het bijzonder in de schaats- of skeelersport, een overstapbeweging gemaakt om zo'n bocht te doorlopen. In het bijzonder aan het binnenste been van de gebruiker ten 30 opzichte van de bocht (bij rondgang om een baan tegen de klok in het 1013271 3 linkerbeen) kan de kantelas bij voorkeur tegengesteld zijn georiënteerd ten opzichte van het rij- of glijmechanisme dan bij een rechtdoorgaande voortbeweging. Binnen het kader van de mogelijkheden behoort een vaste instelling voor bochten rijden of rechtuitrijden en een variabele instelling 5 van de hoek van de kantelas, welke zich aanpast aan het rijden van een bocht of het rijden rechtuit. Voor de instelbaarheid van de kantelas kan tussen de schoen en de kantelas en/of tussen de kantelas en het rij- of glij mechanisme een draai-inrichting zijn aangebracht voor instelling van de stand van de kantelas ten opzichte van het rij- of glijmechanisme.In another preferred embodiment, the angle at which the tilting axis is located is adjustable. Since the style of each user, ie the way in which this user goes through the skating stroke, may be different and therefore the position of the driving or sliding mechanism at the end of the skating stroke may vary with respect to the direction of travel, the adjustability of the tilt axis relative to the driving or sliding mechanism achieves that a sports attribute according to the present invention can be adapted to the style of the user in question. 25 This is to achieve the optimal result for each individual user. The angle is preferably dependent on forward movement through a bend or straight ahead. In a bend, a transfer movement is often made, in particular in skating or inline skating, to go through such a bend. In particular on the user's inner leg relative to the bend (when circling for a counterclockwise run in the left leg 1013271 3), the tilt axis may preferably be oriented opposite to the driving or sliding mechanism than with a straight-ahead locomotion. Within the scope of the possibilities is a fixed setting for driving curves or driving straight ahead and a variable setting 5 of the angle of the tilting axis, which adapts to driving a curve or driving straight ahead. For the adjustment of the tilting axis, a rotating device can be arranged between the shoe and the tilting axis and / or between the tilting axis and the driving or sliding mechanism for adjusting the position of the tilting axis relative to the driving or sliding mechanism.

10 De onderhavige uitvinding betreft tevens een paar sportattributen, te weten voor elk been van een gebruiker één dusdanig sportattribuut. Deze sportattributen kunnen gezamenlijk of afzonderlijk volgens één van de voorgaande conclusies zijn vormgegeven. In het bijzonder kunnen de hoeken van elke van het paar sportattributen in richting tegengesteld zijn. Dit is in 15 het bijzonder gunstig bij bochtvrij rechtdoor schaatsen of skeeleren. De hoeken voor elk van beide sportattributen van het paar kunnen een gelijke absolute waarde hebben bij een in hoofdzaak symmetrische stijl van de gebruiker. Dit zal echter zelden het geval zijn, waartoe de hoeken een ongelijke absolute waarde kunnen hebben, waarmee ongelijk 20 krachtvermogen in elk van beide benen van een gebruiker en een asymmetrische rijstijl verdisconteerd zijn.The present invention also relates to a pair of sports attributes, namely one sports attribute for each leg of a user. These sports attributes can be designed jointly or separately according to one of the preceding claims. In particular, the angles of each of the pair of sports attributes may be opposite in direction. This is particularly advantageous for straight skating or inline skating without bends. The angles for either sport attribute of the pair may have an equal absolute value in a substantially symmetrical style of the user. However, this will rarely be the case, for which the angles may have an unequal absolute value, with which unequal power power in each of a user's legs and an asymmetrical riding style are discounted.

Verder kunnen de hoeken bij elke van het paar in richting gelijk zijn, hetgeen dan een paar sportattributen oplevert, dat in het bijzonder geschikt is voor het rijden in bochten.Furthermore, the angles at each of the pair may be the same in direction, which then yields a pair of sports attributes, which is particularly suitable for cornering.

25 Opgemerkt zij dat het uit WO 86/04825 voor langlaufski's op zichzelf bekend is een zwenkmechanisme tussen de schoen en de langlaufski te verschaffen dat is voorzien van een kantelas, waarbij de kantelas schuin verloopt ten opzichte van de lengterichting van de ski. In deze publicatie is echter geen enkele aanwijzing te vinden dat een dergelijk mechanisme ook 30 met vrucht zou kunnen worden toegepast voor schaatsen of rolskeelers.It should be noted that it is known per se from WO 86/04825 for cross-country skis to provide a pivot mechanism between the shoe and the cross-country ski which is provided with a tilting axis, the tilting axis being inclined relative to the longitudinal direction of the ski. However, there is no indication in this publication that such a mechanism could also be used fruitfully for skates or roller skates.

1013271 ! 41013271! 4

Uit FR-A-2 525 908 is een langlaufskibinding bekend waarbij verzwenking tussen de schoen en de ski over een ten opzichte van de langsas van ski schuine zwenkas plaatsvindt. Deze zwenkas ligt echter voor de neus van de schoen, zodat reeds daarom al een weinig optimaal 5 bewegingspatroon tijdens het langlaufen wordt verkregen. Ook in deze publicatie wordt geen enkele aanwijzing gegeven voor de mogelijkheid om de schuine kantelas toe te passen bij klapschaatsen of klapskeelers.FR-A-2 525 908 discloses a cross-country ski binding in which pivoting between the shoe and the ski takes place over a pivot axis which is inclined relative to the longitudinal axis of the ski. However, this pivot axis lies in front of the toe of the shoe, so that already therefore a little optimal movement pattern during cross-country skiing is already obtained. In this publication, too, no indication is given of the possibility of applying the oblique tilt axis to clap skates or clap skates.

De Franse octrooiaanvrage FR-A-2 595 952 heeft betrekking op een binding tussen een langlaufski en een schoen. De daaruit bekende binding 10 is echter niet voorzien van een kantelmechanisme dat een kantelas omvat. De bekende binding is slechts zodanig uitgevoerd dat de voorzijde van de voet vlak op de ski blijft terwijl de achterzijde van de voet omhoog kan zwenken door verbuiging van de voet en de schoen. De lijn waarover de verbuiging plaatsvindt is zodanig gekozen dat deze past bij de anatomie van 15 de voet.French patent application FR-A-2 595 952 relates to a bond between a cross-country ski and a shoe. However, the binding 10 known therefrom is not provided with a tilting mechanism comprising a tilting axis. The known binding is only designed in such a way that the front of the foot remains flat on the ski while the back of the foot can pivot upwards by bending the foot and the shoe. The line over which the bending takes place is chosen to match the anatomy of the foot.

De uitvinding zal hieronder nader worden beschreven aan de hand van een aantal uitvoeringsvormen, zoals deze zijn weergegeven in de bijgevoegde tekening, waarin: fïg. 1 een schematisch zijaanzicht toont van een schaats volgens de 20 onderhavige uitvinding; fig. 2 een schematische weergave toont van de schaatsbeweging van een gebruiker in een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding' fig. 3 een schematisch aanzicht toont van de schaatsbeweging van 25 een gebruiker in een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; en fig. 4 en 5 dwarsdoorsneden langs de lijnen IV-IV en V-V in fig. 1.The invention will be described in more detail below with reference to a number of embodiments, as shown in the accompanying drawing, in which: fig. 1 shows a schematic side view of a skate according to the present invention; Fig. 2 shows a schematic representation of the skating movement of a user in a first embodiment of the present invention. Fig. 3 shows a schematic view of the skating movement of a user in a second embodiment of the invention; and Figures 4 and 5 are cross-sectional views along lines IV-IV and V-V in Figure 1.

In diverse aanzichten zijn voor gelijke of gelijksoortige componenten van de schaats volgens de uitvinding dezelfde referentienummers toegepast.In various views the same reference numbers have been used for the same or similar components of the skate according to the invention.

10 1 3 2 7J10 1 3 2 7J

55

In fig. 1 is één schaats 1 volgens de onderhavige uitvinding getoond. De schaats omvat een schoen 2 en een schaatsijzer 3, waarbij tussen de schoen 2 en het schaatsijzer 3 een kantelmechanisme 4 aan de voorzijde bij de neus van de schoen 2 is aangebracht. Bij de hiel van de 5 schoen 2 is een blok 5 aangebracht, dat het schaatsijzer 3 vrij losmaakbaar aangrijpt.In figure 1, one skate 1 according to the present invention is shown. The skate comprises a shoe 2 and an ice skate 3, with a tilting mechanism 4 arranged at the front of the shoe 2 between the shoe 2 and the ice skate 3. At the heel of the shoe 2, a block 5 is arranged, which engages the skate iron 3 in a releasable manner.

Bij het einde van een schaatsslag komt het blok 5 bij de hiel van de schoen 2 los van het schaatsijzer 3, waarbij het schaatsijzer 3 in contact blijft met de ijsvloer 6. Hierbij komt de hiel van de schoen 2 omhoog, 10 hetgeen de afzet aan het einde van de schaatsslag bevordert. De relatieve beweging van de schoen 2 en het schaatsijzer 3 ten opzichte van elkaar is in fig. 1 aangeduid met dubbele pijl A. De beweging terug naar elkaar van de schoen 2 en het schaatsijzer 3 wordt bewerkstelligd middels een veerconstructie, die hier niet nader is beschreven en schematisch is 15 aangeduid met referentienummer 8. De veerconstructie 8 trekt de schoen 2 en het schaatsijzer 3 terug bij elkaar, zodat het blok 5 in contact komt met het schaatsijzer 3, nadat na de afzet het schaatsijzer 3 is opgetild van de ijsvloer 6.At the end of a skating stroke, the block 5 at the heel of the shoe 2 separates from the skating iron 3, whereby the skating iron 3 remains in contact with the ice floor 6. The heel of the shoe 2 rises, which causes promotes the end of the skating stroke. The relative movement of the shoe 2 and the skate iron 3 relative to each other is indicated in Fig. 1 by double arrow A. The movement backwards of the shoe 2 and the skate iron 3 is effected by means of a spring construction, which is not further described here. 15 is indicated with reference number 8. The spring construction 8 pulls the shoe 2 and the skating iron 3 back together, so that the block 5 comes into contact with the skating iron 3, after the skating iron 3 has been lifted from the ice floor 6 after the take-off .

De kantelconstructie 4 omvat een klauw 10 aan schoen 2, een 20 kantelas 7, die volgens de onderhavige uitvinding schuin is geplaatst over het schaatsijzer 3 onder een van 90° ten opzichte hiervan afwijkende hoek, zoals ook in fig. 5 is weergegeven, en een verlengstuk 12 aan het schaatsijzer 3. Als gevolg van deze schuine positionering in het horizontale vlak van de kantelas 7 ten opzichte van de lengterichting van het 25 schaatsijzer 3 vindt niet alleen de klapbeweging conform dubbele pijl A in fig. 1 plaats, maar krijgt de schoen 2 een schuinstand ten opzichte van de lengterichting van het schaatsijzer 3 bij een opwaartse beweging van de schoen 2 aan het einde van de schaatsslag. De schoen 2 rolt hierbij over de lengterichting van het schaatsijzer 3 en neemt tijdens de opgaande 1013271 6 beweging langs dubbele pijl A een schuinstand in ten opzichte van de lengterichting van het schaatsijzer 3.The tilting construction 4 comprises a claw 10 on shoe 2, a tilting shaft 7, which according to the present invention is placed obliquely over the skate iron 3 at an angle deviating from 90 ° relative to it, as also shown in fig. 5, and extension 12 on the skate iron 3. As a result of this oblique positioning in the horizontal plane of the tilting axis 7 relative to the longitudinal direction of the skate iron 3, not only does the folding movement take place in accordance with the double arrow A in fig. 1, but the shoe gets 2 is inclined relative to the longitudinal direction of the skate iron 3 with an upward movement of the shoe 2 at the end of the skating stroke. The shoe 2 hereby rolls over the longitudinal direction of the skate iron 3 and during the ascending 1013271 6 movement along the double arrow A takes a slant with respect to the longitudinal direction of the skate iron 3.

Eén en ander zal nader worden beschreven aan de hand van figuren 2 en 3, waarin verschillende uitvoeringsvormen binnen het kader 5 van de onderhavige uitvinding zijn weergegeven.All this will be described in more detail with reference to Figures 2 and 3, in which various embodiments are shown within the scope of the present invention.

In fig. 2 is de rijrichting die van pijl B. Fig. 2 toont schematisch de schaatsslag van een gebruiker.In Fig. 2, the direction of travel is that of arrow B. Fig. 2 schematically shows the skating stroke of a user.

De schaats 1 doorloopt van onder naar boven in fig. 2 een schaatsslag, hetgeen is aangeduid met pijl C, waarbij het schaatsijzer 3 en 10 hiermee de schoen een schuinstand verkrijgen ten opzichte van de voortbewegingsrichting van pijl B. Deze uiteindelijke schuinstand ten opzichte van de voortbewegingsrichting van pijl B hangt samen met de stijl van een gebruiker en is daarom hier niet nader gedefinieerd.The skate 1 goes through a skating stroke from bottom to top in fig. 2, which is indicated by arrow C, whereby the skate iron 3 and 10 hereby obtain the shoe at an angle with respect to the direction of movement of arrow B. This final angle with respect to the direction of movement of arrow B is related to the style of a user and is therefore not further defined here.

De kantelas 7 van het kantelmechanisme 4 in fig. 1 vertoont, zoals 15 in fig. 2 is getoond, een hoek β, die met hoek α afwijkt van een stand van 90° ten opzichte van de lengterichting van het schaatsijzer, welke 90° stand met referentie nummer 9 is aangeduid.The tilting axis 7 of the tilting mechanism 4 in fig. 1 has, as shown in 15 in fig. 2, an angle β, which deviates with angle α from a position of 90 ° with respect to the longitudinal direction of the skate iron, which 90 ° position is indicated with reference number 9.

Bij het bereiken van het einde van de schaatsslag, d.w.z. na het doorlopen van een met pijl C overeenkomende beweging, vindt ten behoeve 20 van de afzet de kantel- en klapbeweging plaats, die in fig. 1 is aangeduid met dubbele pijl A. Gelijktijdig hiermee zwenkt de schoen 2 buitenwaarts in richting van pijl D ten opzichte van de voortbewegingsrichting van pijl B. Met de opwaartse beweging van pijl A in fig. 1 en de zijwaartse zwenkbeweging van pijl D in fig. 2 rolt de schoen 2 over het schaatsijzer 3. 25 Hierbij neemt de schoen 2 een stand in ten opzichte van het schaatsijzer 3, die afzet in de richting van pijl E sterk vergemakkelijkt en waarmee krachtcomponenten in andere richting dan van pijl E aanzienlijk worden verminderd. Verder is de stand van de schoen 2 en derhalve die van de voet van een gebruiker nagenoeg conform een normale loopstand, hetgeen niet 1013271 7 alleen het comfort van de gebruiker bij het rijden op een schaats volgens de uitvinding verhoogt, maar tevens het vermogen om kracht over te brengen op de ondergrond, d.w.z. de ijsvloer 6, of in het geval van een skeeler met een set in rij opgestelde wielen het wegdek, waarover wordt gereden.When the end of the skating stroke has been reached, ie after having gone through a movement corresponding to arrow C, the tilting and flapping movement, which is indicated by double arrow A in fig. 1, takes place for the purpose of marketing. the shoe 2 swings outward in the direction of arrow D with respect to the direction of travel of arrow B. With the upward movement of arrow A in fig. 1 and the sideways swiveling movement of arrow D in fig. 2, the shoe 2 rolls over the skate iron 3. The shoe 2 hereby assumes a position with respect to the skate iron 3, which greatly facilitates deposition in the direction of arrow E and with which force components in the direction other than arrow E are considerably reduced. Furthermore, the position of the shoe 2 and therefore that of a user's foot is almost in accordance with a normal walking position, which not only increases the comfort of the user when riding a skate according to the invention, but also the ability to use force. to be transferred to the ground, ie the ice floor 6, or in the case of a rollerblader with a set of wheels arranged in a row, the road surface being driven.

5 De in fig. 2 getoonde weergave, en in het bijzonder de stand van de kantelas 7, is in overeenstemming met voorwaartse beweging in de richting van pijl B. De hoek β kan, zoals hierboven is vermeld, diverse waarden hebben. Bij voorkeur is de hoek β gelegen in het bereik tussen 60° en 88° en in het in fig. 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld bedraagt de hoek β bij 10 benadering 79°, hetgeen is gelegen binnen het bereik, dat nog veel meer de voorkeur verdient, tussen 78° en 80°. Opgemerkt wordt, dat de uitvinding niet tot enige van deze waarden is beperkt.The representation shown in Fig. 2, and in particular the position of the tilt axis 7, corresponds to forward movement in the direction of arrow B. The angle β, as mentioned above, can have various values. Preferably, the angle β is in the range between 60 ° and 88 °, and in the exemplary embodiment shown in Fig. 2, the angle β is approximately 79 °, which is in the much more preferred range, between 78 ° and 80 °. It is noted that the invention is not limited to any of these values.

De stand van de kantelas 7 is bij voorkeur instelbaar. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een (niet getoonde) draai-inrichting, waarmee 15 de stand van de kantelas ten opzichte van de lengterichting van het rij- of glijmechanisme, in het bijzonder het schaatsijzer 3, in te stellen is. Hiermee is aldus hoek β instelbaar en derhalve de mate van zwenk in de richting van pijl D, afhankelijk van de stijl van een gebruiker en de mate van schuinstand van het schaatsijzer 3 ten opzichte van de 20 voortbewegingsrichting van pijl B aan het einde van een schaatsslag.The position of the tilting axis 7 is preferably adjustable. For this purpose use can be made of a turning device (not shown), with which the position of the tilting axis relative to the longitudinal direction of the driving or sliding mechanism, in particular the skating iron 3, can be adjusted. Angle β is thus adjustable and therefore the degree of swing in the direction of arrow D, depending on the style of a user and the degree of tilt of the skate iron 3 with respect to the direction of movement of arrow B at the end of a skating stroke. .

In fig. 3 is de configuratie getoond, wanneer de hier weergegeven linker schaats 1 specifiek is vormgegeven voor het doorlopen van een bocht aan het binnenbeen van de gebruiker ten opzichte van die bocht. Meer in het bijzonder geldt deze situatie, wanneer in een richting tegen de klok in 25 rondes over een baan wordt gereden.In fig. 3 the configuration is shown, when the left skate 1 shown here is specifically designed for going through a bend on the inner leg of the user relative to that bend. More particularly, this situation applies when driving on a track in 25 anti-clockwise directions.

Op zich is de werking dezelfde als die, welke in samenhang met fig. 2 is beschreven, maar de optimale afzetrichting langs pijl E' komt hierbij overeen met een bocht naar links (tegen de klok in). Hiertoe is de hoek β' van de schuinstand van de kantelas 7 gelegen tussen 92° en 120°, meer bij 1013271 8 voorkeur tussen 100° en 102° en bedraagt hier bij benadering 101°. De schaats 1 glijdt in de richting van de pijl B' en aan het einde van de schaatsslag wordt de schoen 2 wederom gekanteld tijdens de afzet in de richting van pijl A (zie fig. 1) en tevens in de richting van pijl D', zodanig, 5 dat een optimale afzet in de richting van de pijl E' mogelijk is gemaakt. De hoek a' geeft de afwijking van de schuinstand van de kantelas 7 ten opzichte van de 90° lijn volgens de onderhavige uitvinding weer.The operation per se is the same as that described in connection with Fig. 2, but the optimum deposition direction along arrow E 'corresponds to a left turn (counterclockwise). For this purpose, the angle β 'of the tilt of the tilting axis 7 is between 92 ° and 120 °, more preferably at 1013271 8 between 100 ° and 102 ° and here is approximately 101 °. The skate 1 slides in the direction of the arrow B 'and at the end of the skate stroke the shoe 2 is again tilted during the push-off in the direction of arrow A (see fig. 1) and also in the direction of arrow D', such that optimum deposition in the direction of arrow E 'is possible. The angle α 'represents the deviation of the tilt of the tilt axis 7 from the 90 ° line of the present invention.

In fig. 2 en 3 zijn telkens linker schaatsen weergegeven. Fig. 2 toont een configuratie, die specifiek is toegespitst op recht vooruit 10 schaatsen, terwijl fig. 3 specifiek is toegespitst op het doorlopen van een bocht in de richting van pijl E' met overstapbewegingen.Figures 2 and 3 each show left skates. Fig. 2 shows a configuration specifically focused on straight forward skating, while FIG. 3 specifically focuses on passing a bend in the direction of arrow E 'with transitions.

Binnen het kader van de uitvinding is het mogelijk, dat bij het rijden van rondes tegen de klok in een rechter schaats een ten opzichte van die van fig. 2 gespiegelde configuratie vertoont, terwijl de linker schaats één 15 van beide in fig. 2 en 3 getoonde configuraties heeft. De schuinstand van de kantelas 7 kan voor een rechter schaats en voor een linker schaats gelijk zijn, maar meer in het algemeen zullen deze iets van elkaar afwijken, veelal omdat een rechter- of een linkerbeen meer kracht kan leveren omdat een gebruiker rechtsbenig of linksbenig is. Ook kan met verschillende 20 hoekstanden van de kantelassen 7 voor een rechter schaats en voor een linker schaats verschillen in stijl van één gebruiker tussen het linkerbeen en het rechterbeen worden gecompenseerd.Within the scope of the invention it is possible that when driving rounds counterclockwise in a right skate has a configuration mirrored with respect to that of fig. 2, while the left skate has one of both in fig. 2 and 3. has configurations shown. The tilt of the tilt axis 7 can be the same for a right skate and for a left skate, but more generally they will differ slightly, usually because a right or left leg can provide more force because a user is right-legged or left-legged . Also, with different angular positions of the tilting axes 7 for a right skate and for a left skate, differences in style of one user between the left leg and the right leg can be compensated.

In het bijzonder in verband met de verschillen tussen fig.2 en 3 wordt opgemerkt, dat het binnen de normaal te verwachten mogelijkheden 25 van een vakman ligt om een schakelmechanisme te verwezenlijken om de stand van de kantelas 7 te variëren, afhankelijk van de situatie, waarbij rechtuit wordt gereden of waarbij een bocht wordt doorlopen. Een mogelijkheid hiervoor is, dat de kantelas 7 twee uiterste standen, bijvoorbeeld die, welke in fig. 2 en 23 zijn getoond, beweegbaar is met een 1013271 9 klikmechanisme om de kantelas in één van beide uiterste standen te houden, zolang in een bepaalde richting E of E' wordt afgezet. Het omslagmechanisme voor omzetting van de kantelas 7 tussen de uiterste standen is derhalve gevoelig voor de afzetrichting E of E'. Een dusdanig 5 "omslagmechanisme" houdt de stand van de kantelas 7 vast, totdat een andere afzetrichting E of E' wordt gedetecteerd.Particularly in connection with the differences between FIGS. 2 and 3, it is noted that it is within the normally expected possibilities of a skilled person to realize a switching mechanism to vary the position of the tilting shaft 7, depending on the situation, driving straight or through a bend. One possibility for this is that the tilt axis 7 has two extreme positions, for example those shown in Figs. 2 and 23, movable with a 1013271 9 click mechanism to keep the tilt axis in either extreme position, as long as in a certain direction E or E 'is turned off. The folding mechanism for converting the tilting axis 7 between the extreme positions is therefore sensitive to the depositing direction E or E '. Such a "folding mechanism" maintains the position of the tilt axis 7 until another deposition direction E or E 'is detected.

In fïg. 4 is een dwarsdoorsnedeaanzicht getoond langs de lijn IV-IV in fig. 1. Op zich betreft het hier een alternatief en/of aanvullende uitvoeringsvorm binnen het kader van de onderhavige uitvinding ten 10 opzichte van de in fig. 5 weergegeven configuratie.In fig. 4 is a cross-sectional view taken along line IV-IV in FIG. 1. These are per se an alternative and / or additional embodiment within the scope of the present invention relative to the configuration shown in FIG.

In fig. 4 vertoont de kantelas 7 als aanvulling of als alternatief op de in fig. 5 getoonde afwijking van de 90° stand langs de lijn 9, een schuinstand ten opzichte van het horizontaalvlak 11. Het horizontaalvlak 1 is gedefinieerd als het horizontaalvlak bij een rechtopstaande stand van de 15 schaats 1. Hierdoor worden de hiervoor beschreven voordelen van een schuinstand nog verder versterkt, evenals de rolbeweging van de schoen 2 over het schaatsijzer 3 om een optimale afzet aan het einde van de schaatsslag te bewerkstelligen. De rolbeweging van de schoen over het schaatsijzer is ook hier instelbaar door de stand van de kantelas 7 ten 20 opzichte van het horizontaalvlak 11.In fig. 4, in addition to or as an alternative to the deviation from the 90 ° position along the line 9 shown in fig. 5, the tilting axis 7 has an inclined position relative to the horizontal plane 11. The horizontal plane 1 is defined as the horizontal plane at a upright position of the skate 1. This further enhances the above-described advantages of a skew, as does the rolling movement of the shoe 2 over the skate iron 3 in order to achieve an optimal take-off at the end of the skate stroke. The rolling movement of the shoe over the skate iron is here also adjustable by the position of the tilting axis 7 relative to the horizontal plane 11.

Het voorgaande is beschreven in samenhang met ijsschaatsen. Opgemerkt wordt, dat binnen het bereik van de onderhavige uitvinding tevens skeelers en in-line skates moeten worden begrepen. Verder zijn diverse vormgevingen mogelijk voor zowel de kantelas als middelen om de 25 stand hiervan in te stellen ten opzichte van de voortbewegingsrichting, het glij- of rij mechanisme. Al deze opties dienen te worden beschouwd als alternatieve of aanvullende uitvoeringsvormen, die zijn gelegen binnen het bereik van de onderhavige uitvinding, zoals dat is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.The foregoing has been described in connection with ice skating. It should be noted that skates and in-line skates are to be included within the scope of the present invention. Furthermore, various configurations are possible for both the tilt axis and means for adjusting its position with respect to the direction of movement, the sliding or driving mechanism. All of these options are to be considered alternative or additional embodiments which are within the scope of the present invention as defined in the appended claims.

10132711013271

Claims

1. A sports attribute from the group comprising clap skates and clap skates, which sports attribute is provided with a shoe and a driving or sliding mechanism, such as an ice skate or a set of roller wheels arranged in a row, wherein the shoe and the driving or sliding mechanism are connected by by means of a tilting mechanism comprising a single tilting axis, about which the driving or sliding mechanism is tiltable relative to the shoe, the tilting axis being placed obliquely at an angle deviating from 90 ° with respect to the longitudinal direction of the driving or sliding mechanism.

Sports attribute according to claim 1, wherein the angle corresponds to the position of the sports attribute relative to a direction of movement at the end of a skating stroke.

Sports attribute according to claim 1 or 2, wherein the angle is in the range between 60 ° and 88 °.

Sports attribute according to claim 3, wherein the angle is in the range between 78 ° and 80 °.

Sports attribute according to claim 1, wherein the angle is in the range between 92 ° and 120 °.

Sports attribute according to claim 5, wherein the angle is in the range between 100 ° and 102 °.

Sports attribute according to claim 1, wherein the angle under which the tilting axis is located is adjustable.

8. A sports attribute according to claim 7, wherein a rotating device is arranged between the shoe and the tilting axis and / or between the tilting axis and the driving or sliding mechanism, with which the position of the tilting axis relative to the longitudinal direction of the driving or sliding mechanism can be adjusted. 1013271

Sport attribute according to claim 7, wherein the angle is adjustable depending on the movement through a bend or straight.

10. A pair of sports attributes from the group comprising clap skates and clap skates, at least one of the sports attributes being designed according to one or more of the preceding claims.

The pair of sports attributes of claim 10, wherein the angles are opposite in each direction of the pair.

A pair of sports attributes according to claim 11, wherein the angles have an equal absolute value.

A pair of sports attributes according to claim 11, wherein the angles have an uneven absolute value.

A pair of sports attributes according to claim 10, wherein the angles are equal in direction at each of the pair. 1013271