NL8202262A

NL8202262A - Transportmiddel voor ultrasonore respirators en dergelijke.

Info

Publication number: NL8202262A
Application number: NL8202262A
Authority: NL
Original assignee: Rowenta Werke Gmbh
Priority date: 1981-06-06
Filing date: 1982-06-04
Publication date: 1983-01-03
Also published as: GB2099710A; GB2099710B; FR2507086B1; FR2507086A1

Description

Λ .

ir> ....

v -1-

TransportmLddel voor ultrascnore respirators en dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een ultrascnore respirator met een vervangbare inhaleermiddelhouder, middelen voor het overbrengen van vloeistof naar de resonantiekop en transportmiddelen.

5 Respirators voor het behandelen van de adeirihalings- baan en de keelholte zijn algemeen bekend, waarbij het inhaleer-middel wordt verdarrpt op rescnantiekcppen die door ultrageluid in trilling warden gebradit. Rescnantiekcppen van dit soort zijn ook bekend als "ultrasonore verdartpers". De mist net een 10 oonstante druppelgrootte die wordt vervaardigd door het verdairpen van het inhaleermiddel, werkt op de slijmvlies indien geinhaleerd in de nasopharynx of op de cppervlakken van de bloedvaten in de longen, indien dieper geinhaleerd in de adenfaali ngsbaan, afhankelijk van de diameter van de druppels. Hat is bekend am 15 de respirators te voorzien van een vervangbare voorraadhouder voor het inhaleermiddel, zodat tevoren afgemeten hoeveelheden van actief ingredient kunnen worden toegediend (DE-OS 28 35 135).

Dit voorkomt overdosis door het gebrudk vanlinhaleermiddelen net giftige eigenschappen. In. de bekende inrichting wordt het 20 inhaleermiddel bij het verdanperelement overgebracht door het capillaire effect. Een gelijkmatige stroan van inhaleermiddel naar de verdamper kan niet worden gegarancfeerd ten gevolge van de verschillende samenstellingen van de inhaleerraiddelen en de verschillende viscositeiten van de verschillende inhaleermiddelen, 25 (olies, emulsies, waterachtige oplossingen, enz.I. Een gelijk-matige stream is echter niet absoluut essentieel voor het bereiken van uitstekende therapeutische rssultaten. Bovendien worden de transportwerking en de inhaleermiddelmist in deze bekende inrichting niet oiderbroken gedurende de uitademingsfase, 30 hetgeen betekent dat enig duur en zeer kostbaar inhaleermiddel wordt verspild.

Ifet doel van deuitvinding is de nadelen te voorkoren 8202262 * * -2- van da bekenda respirators en een ultrascnore respirator te leveren voor verschillende toepassingen, waarbij nauwkeurig bepaalde hoeveelheden van inhaieermiddel op gelijkmatige wijze kunnen worden toegevoerd aan da rescnantiekop per- eenheid 5 van tijd, onafhankelijk van de eigenschap of samenstelling van hat inhaieermiddel.

Dit doel is bereikt met hat kenmerk, dat da transportmiddelen een electromotor bevatten, overbrengingen, drukplaat, huis en een vervorrribare inhaleermiddelhouder in hat 10 huis is gemonteerd, terwijl da vermogensafname van de overbrenging in da vorm is van een holle as met een conosntrische in lengte-richting lopende gleuf, waarbij da van schroefdraad voorziene spil in da vorm van een womwiel wordt geleid met zijn pen aan de vermogensafnameainda in de holle as, terwijl da pen 15 samenwerkt met de in lengterichting lcpende sleuf, waarbij de spil wordt geleid in een tweedelig lager dat met hat huis is gekoppeld, waarbij een helft van hat lager vast is verbonden mat hat huis terwijl de andera helft, in de vorm van een van schroefdraad voorziene cmpcnent, is verbonden mat een exoantriek, 20 een transportkamarafsluiting; aan het huis is geschamierd, welk afsluitschamier de vorm heeft van een exoentriak en het excentriek varkzaam is verbonden met de helft van het lager dat da vorm heeft van een van schroefdraad voorziene catpcnent.

Dit waarborgt, dat dezelfde hoeveelheid van inhaleer-25 middel altijd aan de rescnantiekcpplaat wordt geleverd, cndanks de verschillende sanenstellingen van da inhaleermiddalen. Ben belangrijk voordeel hier is, dat het inhaieermiddel kan worden verpakt en toegeleverd door de fabrikant in bepaalde, dat wil zeggen afgepaste hoeveelheden. De mogelijkhaid van ongelukkige 30 of oribedoelde overdosis, bijvoorbeeld van gistige medicamenten, wordt uitgesloten. Gedurenda de uitademingsfase wordt hat transport van inhaieermiddel onderbrcfcen door een schakelaar.

Hat wisselen van een voorverpakte houder van medicament kan zeer doelmatig worden uitgevoerd. Indian de transportkameraf-. 35 sluiting gecpend is, cpent het tweadelige lager en de drukstang 8202262 -3- <' =* « in de vorm van een van schroefdraad voorziene spil beweegt abrupt terug naar zijn oorsprcnkelijke stand. In deze stand kan de lege houder worden vervangen door een we Ike waardoor de respirator onmiddellijk klaar is voor nieuw gebruik.

5 Nadat een nieuwe houder met inhaleermiddel is geplaatst, drukt de ocnpressieveer die onder de drukstang is geirmteerd, de plaat van de drukstang tegen de basis van de inhaleermiddel-houder. Dit vermijdt lange leegloqptijd. Qaniddellijk wordt de electrische aandrijving voor het transportorgaan ingeschhkeld, 10 de druk van de drukstang op de basis van delinhaleermiddelhoiider korat in werking en het inhaleermiddel zelf wordt overgebracht door de buis van de inhhleermiddelhouder naar de nsscnantiekcp. Volgens de uitvinding kan de schakelaar voor het transportorgaan oak zijn cpgebouwd als een nenbraanschakelaar die reageert op 15 de zuiging die wordt veroorzaakt door het inademen en de inhaleer-middeltranspcmthandsl i ng laat aanvangen bi j het begin van elka ademing. Terwijl de gebruiker uitademt en in de pauzes tussen ademhalingen, wordt geen zuiging opgewekt in de inrichting, reageert de menibraanschakelaar en het transport van inhaleermiddel 20 naar de verdamper wordt gestopt. Ben pen die uitsteekt in de transportkamer zelf, veriest aan het drufceinde van de transport-kairerafslmiting, de wand van de Inhaleermiddelhouder nadat de vervonribane inhhleermiddelhouder geledigd is. Dit maakt het voor de houder cnmogelijk cm te worden gevuld mat andere stoffen 25 door een leek en opnieuw te worden gebruikt voor onjuiste behandeling met inhaleermiddel. Het aanbrengen van een inspectie-raam in het huis maakt het voor een gebruiker roogelijk cm te wefcen hoeveel inhaleermiddel reeds i is gebruikt· en hoelang de tfoehandeling met’.inhaleermiddel moet worden voortgezet teneinde 30 de houder volledig te legen.

In enkele gevallen kan het uiterst nadelig zijn voor het verdampta inhaleermiddel am in aanraking te kcaen net de adertihalingsorganen die. moeten worden behandeld terwijl deze inhaleermiddelen nog koud zijn. Dit kan leiden tot irritatie 35 en in enisle gevallen het therapeutisdia effect van het inha- 8202262 -4- leermiddel verminderen of zelfs geheel teniet doen.

Het doel van een ander aspect van de uitvinding is het leveren van een ultrasaiore respirator waarbij het inhaleermiddel wordt verwarmd tot de optimale behandelingstem-5 peratuur voor het inhaleermiddel voordat het wordt verdampt qp de rescnantiekop.

Volgens dit aspect van de uitvinding wordt het probleem opgelost door het kenmerk dat het buisvormige transport-orgaan zich bevindt in een blck en het bide electrisch wordt 10 verwarmd. Dit bide kan bestaan uit PTC materiaal.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding bestaat het blck uit twee delen. De delen. van het bide zijn aan elkaar gesdiamierd en het transportorgaan bevindt zich tussen de delen van het bide. Volgens de uitvinding kan 15 het transportorgaan een elastisch vervonribare buis zijn en is de buiswarmte bestendigd bij * 90°C. Het is echter ode mogelijk dat het transportorgaan bestaat uit een holla naald.

Op deze manier wordt gewaarborgd, dat het inhaleermiddel wordt verwarmd tot de gewenste temperatuur qp zijn weg 20 van de inhaleermiddelhouder' naar de resonantieplaat. Hat inhaleermiddel karnt niet langer op de verdamperplaat in koude toestand, doch wordt verwarmd tot de optimale therapeutisdie temperatuur,

Het is bijzonder doelmatig indien het bide is gemaakt uit een PTC materiaal aangezien de keuze van een weerstandrgateriaal de 25 mogelijkheid van oververhitting qpheft van het blok en dus van het inhaleermiddel en er geen behoefte is aan eventuele temperatuur-begrenzers. Het feit dat hat blck is verdeeld in twee delen betekent, dat het vloeistoftransportmiddel gemakkelijk in het bide kan worden gestoken. Bovendien maakt dit het mogelijk dat de twee 1 30 aan elkaar gescharnierde blokdelen worden verwisseld of vervangen. Afhankelijk van de gewenste temperatuur van het inhaleermiddel, is het mogelijk am een blckdeel te gebruiken dat is gemaakt uit PTC materiaal met een hogere overgangstenperatuur of een lagere overgangs temperatuur. Het gebruik van een elastisch vervormbaar 35 transportorgaan dat warmtebestendig is tot - 90° voorkant dat het inhaleermiddel oververhit wordt voordat het is gedainpt op de 8202262 ♦ -5- verdanperplaat van de ultrascnore kqp. Ifet gebruik van een holle naald als het transportorgaan versnelt aan de andere kant de overbrenging van warmte van het verwarmde blck naar het inhaleermiddel en cp hetzelfde itonent dient voor het maken 5 van een gat in de irfoaleermiddelhouder die is gebruikt, die wordt geleverd in afgedichte vorm.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding 10 is vreergegeven. In de tekening tocnt:

Fig. 1 een langsdoorsnede door een ultrascnore respirator volgens de uitvinding, fig. 2 een, schema van een andere uitvoeringsvorm,.. en fig. 3 een doorsnede volgens de lijn ΪΙΪ-ΙΪΙ van 15 fig. 2.

Fig. 1 tocnt het detail van een ultrascnore respirator met een vervangbare inhaleermiddalhouder 1, en middelen 2 voor het transport van vloeistof naar de resanantiekop 3. Zoals schematisch is weergegeven ligt het middel,.2 voor het transport 20 van vloeistof tegen de resmantiekqpplaat 4. Indien het txansportorgaan is ingeschakeld, kcmfc inhaleermiddel uit het einde van het vloeistoftransportorgaan en wordt verdarrpt cp de rescnantiekcpplaat 4 van de rescnantiekop 3. Het werkelijke transportorgaan 5 bestaat uit de electromotor 6 met een 25 overbrenging 7 die daarop is gemonteerd. De overbrenging 7 werkt cp de vermogensuitgang 10 en veroorzaakt zciwel deze als de holle as die daarmea is verbonden, be roteren indien de motor werkt. Ben schroefspil 13 is in da holle as -11 bevestigd,

Aan zijn ondereinde heeft de, schroefspil 13 een. pep, 14 die 30 samenwerkt met een langsgleuf 12 in de holle as 11, Da schroefspil 13 is gemonteerd tussen de vaste helft 15 van het lager en de lagerhelft 16 die is voorzien van eeniinwendige draad, Het vrije einde van de schroefspil 13 heeft een drukplaat 8 en drukt met de drukplaat 8 tegen het basisoppervlak van de.. inhaleer-35 middelhouder 1. Da inhaleermiddelhouder 1 bevindt zich in de transportkamer 5 die is afgedxcht door de transportkamerwand 18.

8202262 -6-

Deze transportkamerwand 18 is aan het huis 9 gescharnierd via een exoentriek 17 en wordt in de gesloten stand gehouden door het grendelorgaan 19. Indien de transportkamerwand 18 is gesloten, veroorzaakt zijn exoentrische beweging dat de 5 transportkamerwand 18 tegen de lagerhelft drukt die een inwendige draad bezit en die ode wordt belast door de kradit van een veer 20. De excentrische beweging veroorzaakt dat da lagerhelft 16 samenwerkt net de uitwandige draad 13 van de schroefspil.

Aan het ondereinde van de holle as 11 is een campressieveer 21 10 die werkt op het basisoppervlak van de schroefspil 13. Ban inspectieraam 24 voor het waamemen van de inhaleermiddelhouder 1 is in de transportkamer 5 aangebracht. De membraanschakelaar 22 is binnen het adeirihalingsmasker bevestigd.

De transportkamer 5 wordt geopend door het ontgrendelen 15 van de transportkamersluiting 18. Dit veroorzaakt dat de lagerhelft 16 die een inwendige draad heeft buiten samenwerking beweegt en de schroefspil 13 beweegbaar is in de holla as 11 tegen de kracht van de compressieveer 21. Nadat de drukplaat 8 neerwaarts is gedrukt, wordt de inhhlaerrniddelhouder 1 in de transportkamer 5 20 geplaatst en deze kamer 5 wordt afgedicht door middel van de transportkamersluiting 18 door het laten samenwerken van het grendelorgaan 19, De lagerhelft 16 die een inwendige draad heeft werkt samen met de draad van de schroefspil 13. De zuiging die bij adenjhaJen teweeg wordt gebracht, schakelt de menforaamschakelaar 25 22 in. Dit voedt de motor 6 met stream en schroefspil 13 met drukplaat 18 wordt tegen de basis van de inhaleermiddelhouder 1 geperst. Het vloeistoftransporfcorgaan 2 transporteert het inhaleermiddel naar de rescnantiekopplaat 4 van de rescnantiekqp 3 maar het wordt verdampt, Het inspectieraam 24 maakt het 30 mogelijk am be zien hoeveel inhaleermiddel in de inhaleermiddelhouder aanwazig is.

Ben bak 23 die is gevormd in de basis van de houder 1 grenzend aan de drukplaat 8, dient voor het breken van de boven-rand van de houder indien deze leeg is en aldus cm een vender 35 ontoegestaan gebruik daarvan te voorkemen.

8202262 -7- *

In de fig. 2 en 3 is sdiemtisch een ultrascnore respirator weergegeven die iniddelen heeft waardoor de actieve substantie kan worden verwarmd voor het toedieren. Zoals in de voorgaande uitvoeringsvorm transporteert een leiding 2 de 5 vloeibare substantie uit de houder 1 naar de rescnantieplaat 4 van de rescnantiekop 3. In dit geval bevindt zich echter een verwarmingsblck 25 rond de leiding 2 die electrisch wordt verwarmd door het qpwarmen van de actieve substantie terwijl deze gaat naar de rescnantiekop teneinde op de optimale teirperatuur 10 voor de behandeling te komen.

Hat blck 25 is gevormd uit twee helften 26, 27 die sdiamierend onderling zijn verbonden door een schamier 28 teneinde de leiding 2 te onarmen. De helft 26 is electrisch door weerstand verwarmd en geleidt warmfce door leiding 2 naar 15 de actieve substantie.

8202262

Claims

1. Ultrascnore respirator met een vervangbana inhaleermiddelhouder, middelen voor het transporteren van vloeistof naar de rescnantiekop en transportmiddelen, met het kenmerk, dat de transportmiddelen bestaan uit een electro- 5 motor (6), een overbrenging (7), een drukplaat (8), een huis (9) en een vervorirbare inhaleermiddelhouder (1) die in het huis is gamonteerd, waarbij de vermogensafname (10) van de overbrenging (7) in de vorm is van een holle as (11) met een cenoentrische in lengberichting lopende gleuf (12), de schroefspil (13) in de 10 vorm van een wonratfel wordt geleid met zijn pen (14) aan het vermogensafneemeinde in de holle as (11), de pen (14) samenwerkt in de in lengterichting lopende gleuf (12), de spil (13) wordt geleid in een tweedelig lager (15, 16) dat met het huis (9) is verbonden, waarbij een helft (15)\enriiiet lager vast is 15 bevestigd aan het huis (9) terwijl de andere helft (16) in de vorm van een schroefdraadcampanent, is verbonden met een exaentriek (17), terwijl een transportkamersluiting (18) schar-nierbaar aan het huis (9) is bevestigd, waarbij het afsluit-schamier de vorm heeft van een excentriek .(7) en de exaentriek 20 (17) werkzaam is verbcnden met de lagerhelft (16).

2. Ultrascnore respirator volgens conclusle. 1, met het kenmerk, dat het grendelorgaan (19). met de sluiting (18) is verbonden aan de lagerhelft (16) In de vorm van een sdiroefdraadcartpcnent werkzaam is verbonden met een veer (20).

3. Ultrascnore respirator volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de spil (13) werkzaam is verbonden met een carrpressie-veer (21).

4. Ultrascnore respirator volgens Sen der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een meirforaanschakelaar (22) in 30 het huis (9) is gemonteerd en deze schakelaar (22). met het transport-orgaan (5) is gekcppeld.

5. Ultrascnore respirator volgens <§en van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een pen (23) die in de transportkamer (9) uitsteekt, is gemonteerd aan het drukeinde 35 van de. transportkamersluiting (18). 8202262 -9-

6. Ultrascnore respirator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat eea inspectieraam (24) in het huis (9) is aangebracht.

7. Ultrascnore respirator met een leiding voor 5 het overbnengen van. vloeistof uit een transportorgaan naar een rescnantiekop,met het kenmerk, dat de leiding (2) door een electrisch verwarmd bide (25) gaat.

8. Ultrascnore respirator volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het blcfo (25) is gevormd uit PTC materiaal. 10

9. Ultrasonore respirator volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk/ dat het blcfc (25) is gevormd in twee delen (26, 27) die onderling zijn geschamierd en de leiding (2) zich bevindt tussen deze twee delen (26, 27).

10. Ultrasonore respirator volgens conclusie 7, 8 15 of 9, met het kenmerk, dat de leiding (2) de vorm heeft van een elastisch vervormbare buis die warmtebestendig is tot aan ± 90°C.

11. Ultrascnore respirator volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat de leiding (2) bestaat uit een 20 holle naald.

12. Ultrasonore respirator volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de holle naald dient voor het maken van: een gat in de inhaleermiddelhouder (1) die wordt afgeleverd in afgedichte vorm.

13. Ultrascnore respirator zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 8202262